Kort na het passeren van Kaap Toix komen we in wat bekend staat als Mascarat.
De duik wordt gemaakt in deze prachtige omgeving, waarbij de boot ofwel voor het draaien van de kaap ofwel kort daarna voor anker gaat, afhankelijk van de stroming of voorkeur. Als we het doen tijdens het draaien, zullen we ankeren op een diepte van ongeveer -20 m. Na het afdalen van de kaap en het identificeren van het startpunt op de muur, zullen we enige diepte winnen en parallel aan de muur op een ongeveer SE koers voortgaan, waarbij de diepte geleidelijk toeneemt naarmate we het punt naderen.
In het begin is de zandbodem bezaaid met kleine stenen, die groter worden naarmate we dieper komen en uiteindelijk verschijnen in de vorm van grote rotsblokken in de vorm van ondergedompelde eilandjes, rotsen die we kunnen onderzoeken op zoek naar de gebruikelijke kreeften en zeekreeften, maar ook murenen en zeepalingen, allemaal soorten die typisch zijn voor rotsachtige substraten. En in de overgangszone tussen zand en rots, misschien de kleurrijke en opvallende cnidaria bekend als Cribrinopsis crassa.
Op de terugweg verminderen we de diepte en daarvoor blijven we bij de wand, vaak bedekt met gele korstanemonen en waar we regelmatig octopussen en de kleine naaktslakken en platwormen tegenkomen. In sommige gedeelten zal de zacht glooiende wand ons in staat stellen de overtollige stikstof comfortabel en onderhoudend af te voeren.